architect G C I Vandenabeele


Kopstraat 8, B 8000 Brugge, België
+32 486 87 17 86 info@architects4u.be



BOEKENPLANK


of keer terug naar startbladzijde




an Analysis of Gothick Architecture I.

An Analysis of Gothick Architecture: Illustrated by a Series of Upwards of Seven Hundred Examples of Doorways, Windows, Etc. ... and Accompanied with Remarks on the Several Details of an Ecclesiastical Edifice, Volume 1
door: Raphael & Joshua Arthur Brandon, architecten, auteurs van "Parish Churches" en "Open Timber Roofs of the Middle Ages". Gepubliceerd te Londen: Pelham Richardson, 23 Cornhill, in 1847.



an Analysis of Gothick Architecture II.

An analysis of Gothick architecture: illustrated by a series of upwards of seven hundred examples of doorways, windows, etc., and accompanied with remarks on the several details of an ecclesiastical edifice, Volume 2.
door: Raphael & Joshua Arthur Brandon, architecten, auteurs van "Parish Churches" en "Open Timber Roofs of the Middle Ages". Gepubliceerd te Londen: W. Kent & co, 86 Fleetstreet, in 1860.



der Werkzeichner.

Ein praktisches handbuch zum zeichnen und entwerfen gotischer Masswerke, Profile, etc. für de Selbstunterricht und zum Gebrauch für technische Schulen, bearbeitet von G. Eberlein Architekturlehrer an der kgl. Kunstgewerbschule in Nürnberg und F. Grünewald, technischem lehrer, Nürnberg, Verlag von J. L. Lotzbeck, 1850



Het verlangen naar de Middeleeuwen de verbeelding van een historische passie.

Dissertatie gegeven door de auteur R. TH. van Kesteren op 27 april 2004 voor de Universiteit van Amsterdam, Faculteit der Geesteswetenschappen, afdeling Instituut voor Cultuur en Geschiedenis (ICG), Uitgever, Wereldbibliotheek, 2004.



the Nature of Gothic.

The nature of Gothic is een hoofdstuk uit het boek 'The stones of Venice' geschreven door Ruskin, John, 1819-1900. Gedrukt door Morris, William, 1834-1896; Kelmscott Press, Londen in 1892, met een voorwoord van William Morris zelf. Er werden maar 500 exemplaren gedrukt.



de Neogotiek in Vlaanderen.

Gepubliceerd in het tijdschrift Vlaanderen, Jaargang 29, Christelijk Vlaams Kunstenaarsverbond, Roeselare 1980. De auteurs zijn: Guido Jan Bral, Hilde Lobelle, Jean Van Cleven, Frieda Van Tyghem die dit artikel schreven namens het Bethunianum - Nationaal Centrum voor de Studie van de 19de-eeuwse Kunst - dat voor de samenstelling van deze publicatie instaat, werd op 10 december 1976 gesticht met de bedoeling, een aanvang te maken met de wetenschappelijke studie van de kunst van deze periode en deze aan een ruimer publiek te leren kennen.



Venstertraceringen in Nederland.

De basis voor dit boek werd gelegd tijdens de stage van de auteur bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg als student Kunstgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Aangezien de auteur naast zijn studie Kunstgeschiedenis ook een opleiding volgde tot natuursteenbewerker, is hij in staat geweest dit onderwerp vanuit beide invalshoeken te benaderen. Gezien de uniciteit van de studie en de tweeledige invalshoek verzocht de redactie de auteur, na het behalen van zijn doctoraal examen in augustus 1994, zijn stageverslag uit te werken tot een RV bijdrage. Auteur Tolboom, H.J. uitg. te Zeist: Rijksdienst voor de Monumentenzorg; Den Haag: Sdu Uitgevers.- III - (RV bijdrage 18)



Masswerk v. G. Binding.

Onderzoek naar de geschiedenis en ontwikkeling van de gotische maaswerken in onze drie grote buurlanden: Frankrijk, Engeland en Duitsland. Dit is zowat de meest complete monografie over dit onderwerp. Aan de hand van een 400-tal voorbeelden wordt stap voor stap de ontwikkeling geschetst, met inbegrip van een onderzoek naar de stand van kennis bij het verschijnen van dit werk in 1989 en met een uitgebreid literatuuroverzicht. Dit werk is in ons land nagenoeg onvindbaar.



Puechlein fialen gerechtikait.

Mathes Roriczer's Wimpergbüchlein (circa 1490) één van de oudste gedrukte 'handleidingen' voor het tekenen van bouwwerken. Roriczer was architect van de dom van Regensburg. Zijn brochure behandelt in 4 bladzijden de meetkundige constructies die tot een 'correcte' tekening van een wimberg (topgevel) leiden.



Unterweisung

De oudste versie van dit werkmeesterboek is sinds 1856 getiteld `Des Meisters Lorenz Lacher Unterweisung an seinen Sohn Moritz` (Historisches Archiv der Stadt Köln, Sign. W &asterix; 276). Oorspronkelijk geschreven in 1516, is zij overgeleverd in een afschrift van Jakob Facht (of: Feucht) von Andernach uit 1593.



Die inventie der colomnen

De oudste vertaling en de eerste druk in het Nederlands uitgegeven door Pieter Coucke van Aelst: `Die inventie der colomnen` (1539) was een vertaling uit het werk van Serlio. Deze laatste maakte een vertaling en interpretatie van het werk van Vitruvius, in werkelijk de beste in de lange reeks architectuur- uitgaven van de renaissance.



Essay sur l`architecture ogival en Belgique

'Essay sur l`architecture ogival en Belgique' uit 1840 was de eerste studie over de gotiek in België. Deze primitieve studie is een getuige hoe de jonge staat op zoek was naar zijn eigen geschiedenis en glorie. De studie was een opdracht van de even jonge Koninklijke Academie. De auteur schreef ook de eerste Belgische architectuurgeschiedenis. Het zou zelfs zeer lang duren eer nieuwe studies aan deze onderwerpen aandacht schonken.



Van Wonen en Bouwen

Dit werk geschreven door Huib Hoste en uitgegeven door Excelsior, Brugge in 1930 illustreert de transistie van Huib Hostes ideeën van de nieuwe zakelijkheid naar deze van le Corbusier. Ook belicht hj zijn houding tegenover zijn geloof.



Restauration des monuments historiques, mémoire

De bevlogen jonge Engelse kunstcriticus, besloot, na zijn bekering tot het katholicisme, naar Brugge te trekeen om er te wonen en te werken. Weldra kwam hij terecht in de strijd tussen ultra-montanen en liberalen. De studies die hij schreef, in het bijzonder betreffende de Vlaamse primitieven, werden als standaardwerken beschouwd. Hij werd lid van de jonge Belgische commissie voor monumenten. Toen hij de werkwijze zag en de `restauratie` opvolgde begreep hij dat het in ons land ontbrak van elke vorm van theoretische kennis en scholing. Hier lees je zijn striemende kritiek gericht aan de commissie. Het werd hem niet in dank afgenomen maar in de tekst zie je hoe hedendaags zijn visie toen reeds was.